Zoë kan niet zo snel lopen als andere kinderen omdat haar ene been een stukje korter is dan haar andere been. Op een dag, als ze langzaam door de Lindelaan slentert, maakt ze zomaar ineens kennis met een boom! De boom leert haar 'gedachten-dromen': in gedachten reizen door de tijd naar verschillende plaatsen. Bij haar bezoekjes legt Zoë de boom allerlei vragen uit haar eigen leventje voor: over sommen op school, over haar ongelijke benen, over haar tweelingzusje Vera, over de oom van haar vriendje Thomas die plotseling ziek werd en doodging, over hun bezoek aan de dierentuin... Zoë ontdekt dat verschillen tussen mensen gewoon mogen bestaan en niet altijd hoeven te leiden tot een wedstrijd of jaloezie. Voor het slapengaan leest moeder Zoë en Vera voor uit het 'Heksenboek': de heksen hebben zeven levens en ze mogen in elk leven opnieuw kiezen wat voor heks ze zullen zijn. Aan de wratten op hun gezicht kun je zien hoeveel levens ze al geleefd hebben! Zoë en Vera zijn dol op de dwaze maar ook leerzame heksenavonturenà