In het huis met de gele deur wonen zeven kinderen: Mies, Marcus, Melle, Mozes, Minke, Marlie en Marie. Zeven kinderen
en slechts twee moeders. Dat is een overweldigende mathematische ongelijkheid.
Je zou medelijden kunnen krijgen met die mama’s, maar dat is compleet onnodig, want de moeders zijn dol op hun kinderen. Zeven kleine mensjes, elk met een eigen verhaaltje. En akkoord, al die kinderen grootbrengen, levert de mama’s handenvol werk op. Zonder die eerste tas koffie redden ze het echt niet. Af en toe willen ze gewoon even alleen naar het toilet, of ’s avonds even neerzitten met een groot glas rosé. Anders is die dagelijkse ochtendroutine niet vol te houden. Kortom:
het is een verhaal over een doodgewoon, echt gezin
zoals dat van iedereen.