Bang Mannetje is bang voor van alles: voor mensen die voordringen bij de bakker (tegen wie hij niets durft te zeggen), voor de straat opgaan in zijn bloemetjesbroek (ze zullen hem wel uitlachen) en voor rare geluiden in de nacht (er ligt vast een spook onder zijn bed). Hij maakt een afspraak met de toverboom die bange mannetjes van hun angsten afhelpt. De boom waarschuwt hem wel voor de woeste wezens die hij op zijn weg zal tegenkomen û maar daarvoor hoeft hij niet bang te zijn, ze zijn namelijk niet gevaarlijk. Dankzij de waarschuwing trotseert Bang Mannetje draken, reusachtige spinnen en enge heksen. Eenmaal aangekomen bij de toverboom wordt hij meteen gepromoveerd van een Bang Mannetje tot een Best Wel Dapper Mannetje. Tevreden gaat hij naar huis. Hij trekt zijn bloemetjesbroek aan, gaat naar de bakker en bestelt twee taartjes: één voor zichzelf en één voor het spook onder zijn bed.